PBL: richt milieubelasting op begin productieproces

21-11-2017 {0} reacties

Vervuilers in Nederland betalen te weinig belasting. Daardoor is het toebrengen van schade aan het milieu te goedkoop. Het PBL adviseert een milieubelasting te richten op het begin van het productieproces, waar de schade plaatsvindt. Dat is effectiever dan een heffing bij gebruik of consumptie.

Dat laatste prikkelt de industrie namelijk te weinig om over te stappen op andere productiemethoden. En die prikkels ontbreken momenteel sowieso al. Zo betaalt de industrie nauwelijks belasting op energie en is het gebruik van olie voor het maken van plastics en gas voor de productie van kunstmest helemaal onbelast.

Meer schade dan waarde
Het PBL trekt deze conclusies in een nieuw rapport over groene belastingen. Daarin staat dat de productie in Nederland voor zo’n 38 miljard euro aan milieuschade toebrengt. Het gaat om de uitstoot van broeikasgassen, maar ook om luchtverontreiniging door fijnstof en stikstofoxiden, vervuiling van bodem en water en aantasting van de natuur. In sommige sectoren is de schade van een activiteit in euro’s uitgedrukt zelfs groter dan wat die activiteit oplevert voor de economie. Zo gaat het maken van ijzer en staal gepaard met 135% milieuschade ten opzichte van de productiewaarde. In de kunstmestindustrie zijn de negatieve effecten maar liefst vier keer zo groot als de economische waarde.

Kosten doorberekenen
De oorzaak? Volgens het PBL zijn grondstoffen veel te goedkoop. En dat kan, doordat schadelijke effecten niet in de prijs tot uitdrukking komen. Groene belastingen die grondstoffen duurder maken, zijn volgens het PBL een essentieel instrument om milieuschade tegen te gaan. Dan maken producenten en consumenten andere keuzes. Die zijn nodig, omdat Nederland milieudoelen en klimaatambities heeft, zoals minder CO2-uitstoot, schonere lucht en een circulaire economie waarbij veel minder grondstoffen worden gebruikt.

Bekijk ook

Cookie-instellingen